Pijnlijke herhaling of herhaling van pijn?
‘En, Astrid? Nog van het mooie weer genoten van het weekend?’ vraagt mijn moeder als ik binnenstap.
‘Nou, een beetje, ik was aan het trainen van het weekend.’
Mijn moeder knikt afwezig. Draait gehaktballen om, prikt in de aardappels en checkt het water bij de groente. Even is het stil en dan vraagt ze: ‘Heb je nog wat leuks gedaan van het weekend?’
Ik krijg een pijnlijk steekje. Voel de confrontatie met de werkelijkheid. Zoek snel naar een passend antwoord.
‘Eh…, ik was aan het werk van het weekend en ben weer heerlijk met mensen aan de slag geweest. Dus ja, dat was leuk.’ Ik ben blij met mijn antwoord. Het is eerlijk en het is niet in dezelfde woorden als zojuist. Want als mijn moeder beseft dat ze het net ook al vroeg, kan ze daar onzeker van worden, of misschien zelfs wat bang. En dat wil ik niet.
Ik prik in de groente, giet ´t af en zet ze op tafel. ‘Nog uit geweest van het weekend Astrid?’ vraagt ze dan als ze de juspan erbij zet. Weer een pijnlijk speldenprikje. ‘Niet uit geweest mam, maar wel veel mensen gesproken. Was leuk.’
‘Goed zo.’
Ik kijk naar mijn moeder. Ze is niet thuis, vertrokken naar haar eigen mistige wereldje. Bijzonder hoe ze aanwezig en soms weer zo afwezig kan zijn.
Eenmaal thuis vraag ik me af hoe het eigenlijk met mijn vader is. Ik heb hem weliswaar ook net nog gesproken, maar niet écht. Mijn vader, een fitte, gezonde, leergierige man van 79 jaar, die nog steeds dagelijks bij mijn broer op het fruitteeltbedrijf werkt. Tenminste, tot voor kort. Tot mijn moeder zich goed alleen redde. Nu gaat hij met haar mee boodschappen doen, staat zijn handschrift opeens op de kalender in plaats dat van haar en is hij degene kaarten verstuurt omdat mijn moeder er niet meer aan denkt.
Alsof het zo moet zijn tref ik de volgende keer mijn vader alleen. ‘Hoe is het eigenlijk met jou pap?’
‘Goed hoor, ik ben gezond, dus allemaal prima.’
‘Ja, en wat mam betreft?’
‘Eh… tja, wat zal ik er van zeggen… Ik bekijk het maar per dag. Ik zie wel. Ik help haar daar waar nodig en ga daar waar het kan naar de fruittuin.’
We kijken allebei even voor ons uit, en dan zegt hij: ‘Ik had graag nog meer van de wereld willen zien. Maar ja…’ Deze woorden raken mij diep in mijn hart. Ik slik. Maar ze zetten ook een aantal raderen in werking.
De volgende dag bel ik mijn broer. ‘Als ik nou met pap een paar dagen wegga, wil jij dan bij mam blijven?’ Dat is goed.
Ik struin op internet, vraag vluchten en prijzen aan voor twee dagen Spanje met een privé excursie. En ga dan naar mijn vader. ‘Wat doe jij hier?’ vraagt hij verbaasd als ik op een koude zaterdag de tuin in kom lopen. ‘Ik heb een voorstel pap’ zeg ik na hem een dikke knuffel te hebben gegeven.
‘O… En dat is?’
‘Je zei laatst dat je graag nog wat van de wereld had willen zien.’ Ik haal diep adem en vervolg ‘Ik wil je graag twee dagen meenemen naar Spanje, Siem kan dan bij mam blijven.’
Ik kijk ‘m hoopvol aan. ‘Nee hoor, dat wil ik niet’ zegt hij. Ik weet niet wat eerder komt; de stomp in mijn maag of de tranen in mijn ogen. ‘Misschien over een paar jaar of zo maar nu niet hoor.’ ‘Maar pap, ik gun het je zo’ zeg ik terwijl de tranen vrijuit over mijn wangen rollen. Ik sla mijn armen om hem heen, mijn vader klopt me wat onhandig op mijn rug. ‘Nee hoor, we doen het niet’ zegt ie als ie me weer loslaat. ‘Ik wil mam niet alleen achterlaten. Ze zal het niet begrijpen, zich in de steek gelaten voelen misschien. Erg lief van je meid, maar nee.’
Het besef dat ze waarschijnlijk nooit meer samen er op uit zullen trekken en dat mijn vader mogelijk niks nieuws meer van de wereld zal zien geeft een wrange nasmaak die de hele dag blijft hangen. En eerlijk gezegd had ik mezelf erg verheugd op een paar dagen weg met mijn vader.
April 2015